De historie van de Grote Kerk Breda
De Grote of O.L.V. Kerk in Breda schrijft 750 jaar geschiedenis. De eerste vermelding van een stenen kerk in Breda komen we tegen in een oorkonde uit 1269. Uit deze oorkonde van Elisabeth van Breda en Arnoud van Leuven, de toenmalige Heer van Breda, blijkt dat in het midden van de dertiende eeuw de toen bestaande kerk door een nieuwe werd vervangen: ‘dor de nohit en de dor dorbere der kerken van Breda tir thiet, doen men makede den stenne monster te Breda’.
Voor 1410
In 1303 vindt in Breda een belangrijke gebeurtenis plaats. Raso II van Gaveren, Heer van Breda, verheft de kerk tot een collegiale kerk.
1410 – 1520
In 1410 wordt begonnen met de vervanging van het oude en de bouw van het nieuwe, nu nog bestaande koor. Het koperen hek ter afsluiting van het koor werd geplaatst in 1412.
1520 – 1566
In de eerste helft van de 16de eeuw beleeft de Grote of O.L.V. Kerk het hoogtepunt van haar bloei. Graaf Hendrik III, Heer van Breda neemt een toonaangevende plaats in aan het hof van Keizer Karel de V.
1566 – 1637
Na de beeldenstorm brak voor de kerk een periode van onzekerheid aan. Meerdere malen zou de kerk in andere handen overgaan.
1637 – 1795
Brabant kwam onder het bestuur van de StatenGeneraal der Nederlanden zonder daar echter een stem in te hebben.
1795 – heden
Een algemeen verbod tot begraven in de kerk werd met ingang van 1 januari 1829 van kracht.