Vandaag open tot 17 uur
Momenteel gesloten
Tickets
Praalgraf van Engelbrecht II van Nassau

Detail praalgraf Engelbrecht II van Nassau en Cimburga van Baden in de Prinsenkapel.

In 1269 wordt voor het eerst melding gemaakt van een stenen kerk ‘denne stenne monster te Breda’, ruim 750 jaar geleden. Zo lang bestaat de Grote Kerk Breda. Van buiten én van binnen maakt de kerk indruk. Het predicaat rijksmonument en TopMonument Brabant is er niet voor niets. In de Prinsenkapel met gewelfschilderingen met details van puur bladgoud, rusten voorvaderen van de Nederlandse koninklijke familie. Want de geschiedenis van het koningshuis begint hier, in Breda. 

Indrukwekkend is onder andere het grafmonument van Graaf Engelbrecht II en zijn vrouw Cimburga van Baden. Dit is namelijk – voor zover bekend – het oudste renaissance beeldhouwwerk van de noordelijke Nederlanden. De Nassaus, de vernieuwers van toen, brachten deze stroming rechtstreeks uit Italië naar Breda. Meer weten? Klik in de tijdlijn hieronder op de periode van je interesse.

Bloeiperiode

De Grote Kerk Breda zoals die we nu kennen, kent zijn oorsprong ongeveer halverwege de veertiende eeuw. Jan van Polanen I, een rijk en invloedrijk man in die tijd, kocht de heerlijkheid Breda. Hij is van plan van Breda een échte stad te maken. Een enorm project op de toen nog kleine populatie. In Breda woonden in die tijd ongeveer vijfduizend mensen. Onder Jan van Polanen I werd de Grote Kerk Breda een stenen kerk. Daarvoor was het een kerk van tufsteen, en nog verder terug vermoedelijk een houten kerk. Zijn zoon, Jan van Polanen II, laat het Kasteel van Breda bouwen. Het hoogtepunt van deze bloeiperiode? Die vindt voor de kerk plaats onder de heerschappij van Engelbrecht II van Nassau en Hendrik III van Nassau, beide hoge functionarissen aan het Habsburgse Hof. Na 1410 wordt de kerk met een koor, een kooromgang, een schip met zijbeuken en een transept steeds verder uitgebreid tot de omvang van vandaag de dag.

Mg 8669

Grafmonument Jan II van Polanen 14e eeuw

Een hemels wonder

Een hostie. Wie ooit een katholieke dienst bijwoonde, kent dit witte stukje brood wel. Maar een bloedende hostie? In het plaatsje Niervaert (nu Klundert) werd er één gevonden. Een boer vond tijdens het turfsteken een hostie die op maar liefst 5 plekken bloedt. Direct wordt het verband gelegd met de vijf wonden van de gekruizigde Christus. In kerkelijke kringen is dat bijzonder. Dit moet wel een hemels wonder zijn. Vanaf 1421 ligt dit wonder in de Grote Kerk Breda, in de speciaal daarvoor gebouwde sacramentskapel. De komst van dit hemelse wonder naar Breda is goed nieuws en een bron van inkomsten voor de kerk en de stad. Bedevaartgangers zien de hostie graag met eigen ogen, hierdoor wordt de Grote Kerk Breda een bedevaartsoord in de Zuidelijke Nederlanden. Helaas raakt de hostie kwijt, vermoedelijk tijdens de beeldenstorm in 1566. Dit hemelse wonder is nooit meer teruggevonden. Tot op de dag van vandaag wordt er nog steeds naar gezocht.

Hoog van de toren

De toren van de Grote Kerk Breda is van ver te zien. In het begin stond de toren zoals we die nu kennen er nog niet. De oude toren stortte in rond 1457, de bouw van de nieuwe (huidige) toren startte zo’n tien jaar later. Leuk weetje: de Grote Kerk Breda was lange tijd de eerste voltooide gotische kerk in Brabant. Dat laat zien hoe belangrijke de hertogen van Nassau in die periode waren. Een gotische kathedraal neerzetten is niet zomaar iets. Dan heb je qua macht en in financiële zin heel wat te betekenen. Wist je dat de in baksteen opgetrokken kerk is bekleed met Belgische en Franse natuursteen? Vergelijkbare stenen gebruiken we nu nog steeds bij restauraties.

Belangrijke lieden

Hoe belangrijker de mens, hoe groter het grafmonument. Dat zie je bijvoorbeeld aan de monumenten van de echtparen Engelbrecht I van Nassau en Johanna van Polanen en Jan IV van Nassau en Maria van Loon. Zij zijn de vroegste voorouders van de Nederlandse koninklijke familie en waren in de 15de eeuw belangrijke adel in Breda en in het hertogdom van Brabant. Hun grafmonument is maar liefst acht meter hoog en telt 32 familiewapens. De bekende architect Pierre Cuypers (van onder meer het Rijksmuseum en de Nieuwe Kerk Amsterdam) was verantwoordelijk voor de eerste restauratie van het monument, midden 19de eeuw.

Grafmonument Engelbrecht I foto Gerrit Veldman

Engelbrecht I van Nassau en Johanna van Polanen en Jan IV van Nassau en Maria van Loon, rond 1500. Foto: Gerrit Veldman

De eerste prins van Oranje-Nassau ligt begraven in Breda

Maar weinig mensen weten het: de koninklijke status van het Nederlandse koningshuis begint in Breda. De naam die daarbij hoort is René van Châlon. Zoon van de Heer van Breda, Graaf Hendrik III van Nassau, en zijn vrouw Claudia de Châlon. Hij was de allereerste Prins van Oranje-Nassau. In 1530 erft hij via de familie van zijn Franse moeder, die het prinsdom Orange in bezit had, de prinsentitel Van Oranje. Zijn neef – de bekende Willem van Oranje – erft de prinsentitel na hem als René in 1544 op 25-jarige leeftijd sterft op een slagveld.

René de Chalôn rust in de Prinsenkapel naast andere leden van de vroege Nassau-familie. Zijn hart is begraven in Bar-le-Duc, Frankrijk, waar zijn weduwe en geliefde Anna van Lotharingen een schitterend praalgraf voor hem liet maken.
 

Prinsenkapel Grote Kerk Breda foto Jan Korebrits

Prinsenkapel Grote Kerk Breda, gebouwd vanaf 1520 en afgerond rond 1534. Foto: Jan Korebrits

Stormachtige tijd

1566, het jaar van de beeldenstorm. Protestanten vernielen in Nederland veel katholieke kerken. En dan met name de beelden en beeltenissen. Ook de Grote Kerk Breda komt niet ongeschonden uit de strijd. De beeldenstorm is de start van de Tachtigjarige Oorlog: de opstand van Nederlandse protestantse provinciën tegen de Spaanse katholieke overheersing. Breda wordt tussen 1566 en 1648 ingenomen door protestantse opstandelingen, en vervolgens weer door de Spanjaarden. Uiteindelijk wordt de kerk in 1647 definitief protestants. Dat betekent onder andere dat de nieuwe eigenaren van de kerk de prachtige muur- en gewelfschilderingen verbergen onder een dikke, witte kalklaag. Zij mochten namelijk geen afbeeldingen van heiligen aanbidden. Maar: ieder nadeel heeft zijn voordeel. Door de witte kalklaag bleven de schilderingen goed bewaard. Ben je in de kerk? Richt je blik vooral eens naar de gewelven en de muurschilderingen. De meeste oorspronkelijke schilderingen dateren uit de middeleeuwen en zijn pas in de 20ste eeuw gerestaureerd. Adembenemend, nietwaar?
 

CRW 7292

Maria Annunciatie schildering 15e eeuw. 

Verval

Droeve tijden voor Brabant. De provincie wordt bestuurd door de Staten-Generaal der Nederlanden, maar mag zelf niet meepraten. Groei of welvaart blijven uit. Dat is ook te zien aan de Grote Kerk Breda. Werklieden zorgen alleen voor restauratie van het hoognodige: een nieuwe torenspits na een brand en goedkope ijzeren leuningen in plaats van authentieke borstweringen aan een verwoeste balustrade. Het geld is er gewoon niet. Het wordt nog erger als Franse soldaten eind 18de eeuw tijdelijk in de kerk verblijven, omdat zij – onder leiding van Napoleon – Breda bezetten. Dat verblijf zorgt – naast de vernielingen die de beeldenstorm en de Tachtigjarige Oorlog al hadden veroorzaakt - voor nog meer schade aan de praalgraven in de kerk. Schilden die naar adellijke families verwijzen, worden weggehaald. Pas in 1902 start de eerste restauratie van de kerk. Zo mooi als de kerk nu is, is hij dus eeuwen niet geweest.
 

Rijke stinkerd

Denk je eens in: tot 1829 werden de invloedrijke bewoners van Breda begraven in de kerk. Meer dan tweehonderd grafstenen zijn er in Grote Kerk Breda. Die lichamen ontbinden natuurlijk en gaan stinken. Daar komt de term ‘rijke stinkerd’ vandaan. Vanaf 1829 stopt het begraven in de kerk definitief. De grafstenen hebben nog steeds een belangrijke plek in het monument. Ze bieden ons een blik op het verleden en in levens van invloedrijke mensen die in de voorafgaande eeuwen leefden. Je staat letterlijk in en op het verleden.

Oude luister

Na het verval van de kerk tussen 1637 en 1900 is restauratie hard nodig. In de 20ste eeuw wordt daar stap voor stap aan gewerkt. Eerst zijn de buitenzijde, de kerktoren en de kooromgang aan de beurt, daarna volgt het interieur. Alle muur- en gewelfschilderingen die eeuwenlang verborgen zitten onder de witte kalklaag komen weer tevoorschijn, en worden gerestaureerd en geconserveerd.

Niemand minder dan koningin Beatrix opent in 1998 de Grote Kerk Breda na een tweede restauratie. In de jaren daarna volgen nog verschillende nieuwe restauratierondes, als onderdeel van het restauratieprogramma dat tot 2027 duurt. En zo keert de Grote Kerk Breda in haar oude luister terug. Restauratie en onderhoud zijn natuurlijk nooit af, en blijven ook in de toekomst noodzakelijk.  

 

Plafondgewelf Grote Kerk Breda foto Jan Korebrits

Plafondgewelf Grote Kerk Breda. Foto: Jan Korebrits

Levende Grafstenen 16 PHOTE Dby Edwin Wiekens

Grafsteen in de Grote Kerk Breda. Foto: Edwin Wiekens